Vorige week werd ze opgenomen op de open afdeling hoewel ze allang geen patiënt meer was van de GGZ. Laura! Een paar weken geleden stond ze om half acht in de ochtend op de stoep. Ze kwam koffiedrinken zei ze. Ik zag dat ze afgevallen was en er nogal bleek uitzag. Tot mijn verbazing haalde ze een flesje drank uit haar tas en wilde dit in de koffie doen. ‘Ja ik ben een beetje gestrest zei ze.’, en ze stak een sigaret op. Joost had me wakker gemaakt en ik had mijn pyjama aan. ‘Zullen we Frans praten?’ vroeg ze opeens ‘want jezus wat is het moeilijk om een normaal gesprek met jou aan te gaan Ingrid.’. Je kijkt me de hele tijd wazig aan en ik vraag me vaak waf wat je denkt. Waarom heb jij het zo moeilijk overdag. ‘Dat kan ik niet rijmen want ’s avonds kom je veel helderder over en kan ik wél met je praten.’ En toen een blik naar Léon. ‘En als je dorst hebt hoeft Joost dat toch niet in te schenken?’ ‘Je houdt van muziek nou ik ook?’ Ik heb de hele nacht aan je moeten denken Ingrid maar je wilt het werkelijk nergens over hebben en je zou je interesse in de wereld wel kunnen verruimen.’ Ik had nog niets gezegd en keek alleen maar naar die pratende mond. Die wordt vanzelf wel weer stil, dacht ik nog. ‘Ja graag Joost nog meer koffie.’ ‘Ik zou toch langskomen Ingrid nu dat doe ik bij deze.’ ‘Ja maar niet om half acht ’s ochtends, sprak ik snel. ’En slaap je wel een beetje Laura?’ Ze stak opnieuw een sigaret op. ‘Ik zei al dat ik gestrest ben en waarom weet ik niet precies, ik zou eigenlijk wel weer willen gaan werken of studeren. Jij toch ook?’ ‘Ja ik ook, maar ook aan mezelf werken Lau, door de Corona zit het werken bij vluchtelingenwerk er nog niet in.’ Ze keek mijmerend. Ik zou best iets in de kunst willen gaan doen want zoals je weet teken ik erg graag en best goed. Ga eens bellen met het UWV of ze me kunnen helpen. Een goed plan vond ik dat. Ik pakte haar doosje sigaretten en pakte er eentje. ‘Hoeveel kost dat nu?’ vroeg ik haar. ‘Een tientje?’ ‘Ach Ingrid ik ben een gelegenheidsroker en het zou best kunnen zijn dat ik er weer mee stop maar nu heb ik te veel onrust in mijn hoofd.’ ‘Is er nog koffie?’ ‘Wij willen eigenlijk met de dag gaan beginnen,’ antwoordde ik haar. Misschien verder in de week? ‘Ok als je me weg wilt hebben dan ga ik maar. Ze stond op en pakte haar jas. Joost bedankt voor de koffie, ik ga.’ En dat was meteen het laatste wat ik van haar heb gehoord. Donderdag ging de telefoon. ‘Ja Joost met Laura, ik ben opgenomen, ja in Amstelmere en is het nog een beetje uit te houden met Ingrid?’ Het zat haar kennelijk allemaal heel hoog. Ik heb haar gisteren een kaart gestuurd met de beste wensen. Bij Marin mag ik ook niet meer op bezoek komen. Mijn voornemen voor dit jaar is duidelijk. Alleen lieve mensen krijgen voorrang!